Fokke en Sukke

Fokke en Sukke

dinsdag 15 juni 2010

Investeren in ontwikkeling

Wie niet werkt, staat aan de kant. Daarom worden ook mensen met een beperking aan het werk geholpen. Op/maat biedt hen een beschermde arbeidsplaats of leidt ze op voor 'het echte werk' buiten de deur. 'Ik ben zo blij dat ik nu kan laten zien dat ik geen stom varken ben.'

 Het duurt even voor de cursisten hun mond durven open te trekken. Op de vraag of iemand iets heeft meegemaakt op het werk, zeggen de meesten dat er niets bijzonders is gebeurd. Slechts een enkeling kan de lessen duidelijk vertalen naar de situatie op de werkvloer. Voor Jan de Jong, docent van de cursus assertiviteit voor de medewerkers van de Westfriese sociale werkvoorziening Op/maat, is er nog genoeg te doen. Hij probeert de cursisten, die vaak een bijzonder slecht zelfbeeld hebben, te leren dat ze best voor zichzelf mogen opkomen. 'Maar je moet wel netjes blijven', voegt hij daar direct aan toe.

Slijpen
Cursiste Petra is de enkeling die beseft dat de cursus haar helpt met het weg slijpen van de scherpe kantjes. Ze vindt van zichzelf dat ze haar werkleider te hard heeft aangesproken op een verkeerde inschatting. 'Het was te hard, en daardoor gingen ze meteen in de verdediging. Maar het was te laat om het nog anders te doen. Ik ben altijd te laat.'

De Jong verzekert haar dat er geen man overboord is. 'Er komen nog een heleboel momenten om het wél goed te doen. Zo gaat het bij alle oefeningen. Soms gaat het tien keer fout, en dan gaat het de elfde keer goed.'

De werknemers van Op/maat zijn bij binnenkomst vaak ruwe diamanten die eerst geslepen moeten worden, voordat zij aan het werk kunnen. 'Mensen die hier binnenkomen, hebben grotendeels geen opleiding genoten. Soms hebben ze de lagere school afgemaakt, soms ook nog iets van vervolgonderwijs, maar vaak zijn mensen toch blijven hangen bij een zmlk- of mlk-opleiding. Dus er valt nog heel wat te leren', vertelt Jan van Doorn, die opleidingsadviseur is van Op/maat.

Er zijn altijd meer gegadigden dan banen bij een sociale werkvoorziening (sw), dus de nieuwe medewerkers hebben over het algemeen al een tijdje op de wachtlijst gestaan. In een gesprek met een medewerker van de afdeling Externe Plaatsing wordt bepaald wat de mogelijkheden zijn, en wat iemand nog nodig heeft om zijn weg te vinden op de werkvloer. Van Doorn: 'In dat traject wordt gekeken of mensen beschikken over de basisvaardigheden, zoals op tijd komen, schoon op het werk komen, contacten op de werkvloer. Als daar iets aan schort, gaan ze een basistraining volgen. Er wordt precies aangegeven wat ze moeten leren. Want zo'n training kan heel breed zijn, maar je kunt ook op details werken, omdat sommige mensen nog maar één ding hoeven te leren voor ze aan het werk kunnen.'

Confrontatie
Het is misschien niet leuk om te horen, maar volgens Van Doorn levert het zelden problemen op wanneer iemand wordt verteld dat hij eerst aan zijn persoonlijke hygiëne moet werken voordat hij een welkome collega kan worden. 'Als iemand stinkend op zijn werk komt, dan wordt dat wel besproken. En ook met de andere problemen, zoals niet op tijd komen of geen werkritme hebben, zijn de mensen van te-voren geconfronteerd. En als iemand daar per se niet aan wil werken, zal daar een pittig gesprek mee gevoerd worden. Van tevoren zijn ze op de hoogte van wat er in het basistraject moet gebeuren.'

Veel mensen hebben al een leven van pesterijen op school, werk of soms zelfs thuis achter de rug voor ze bij een sw-bedrijf aan de slag gaan. Het idee nergens goed voor te zijn, heeft dan al stevig postgevat. Van Doorn: 'Ik denk wel dat het belangrijk is dat een werkleider in trajectgesprekken achterhaalt wat precies de weerstand is tegen naar school gaan. Mochten daarin dingen naar voren komen die eerst moeten worden aangepakt, door bijvoorbeeld een cursus sociale vaardigheden of een assertiviteitstraining aan te bieden, dan gebeurt dat eerst.'

Dat maakt de opleidingen bij Op/maat nog niet tot een therapeutisch middel, zegt Van Doorn. 'Iemand vertelde achteraf, toen ze haar diploma kreeg, dat zij binnen de familie altijd te horen kreeg: "Jij bent toch een stom varken, jij kan niet leren." Dat drukte enorm op haar. Toen ze dat diploma kreeg, kon ze het onder woorden brengen: "Ik ben zo blij dat ik nu aan mijn familie kan laten zien dat ik geen stom varken ben." Dat werkt, denk ik, toch een beetje therapeutisch. Zij zou zelfs naar niveau twee kunnen, dus mbo2 halen. Dat heeft voor haar heel veel waarde.'

Verschuilen
Docent De Jong herkent in zijn klas de gevolgen van pesterij en gaat voorzichtig om met zijn cursisten. Een deelneemster die nauwelijks iemand durft aan te kijken, hoeft, als ze dat niet wil, niet mee te doen aan de oefeningen voor de klas. 'Dit zijn mensen die hebben geleerd zich altijd te verschuilen', zegt De Jong. Hij geeft weliswaar deze cursisten les in assertiviteit, maar vindt eigenlijk dat ook werkgevers en collega's nog wel wat te leren hebben. 'We kunnen als maatschappij eigenlijk niet omgaan met deze kwetsbare mensen. Of ze worden heel overdreven ontzien, of ze worden gepest.'

De groep is zeer divers, en De Jong verzint van alles om ze letterlijk bij de les te houden. Kleine toneelstukjes waarin lastige situaties worden nagespeeld, het maken van tekeningen die iets over de maker zeggen, alles om de cursisten maar te verleiden iets van zichzelf te laten zien. 'Deze mensen zijn heel gereserveerd en vinden het moeilijk om iets over zichzelf te vertellen. Maar daarmee blijft alles verschrikkelijk oppervlakkig.'

De Jong houdt zijn verwachtingen over de resultaten van de cursus realistisch. 'Het niveauverschil in een groep als deze is enorm. En de mensen hoeven geen marionetten te worden die precies doen wat ik hier zeg. Maar ik vind het wel mooi om te zien wanneer iemand als Petra zegt: Hé, het kan ook anders.'

Petra zelf is voorzichtig positief over de assertiviteitstraining. Eerder volgde ze al een soortgelijke training, maar was toen door gezondheidsproblemen gedwongen voortijdig af te haken. 'Het is leuker dan ik had verwacht. Het is gelukkig niet zo schools, en de voorbeelden zijn duidelijk te begrijpen.' Het voor haar belangrijkste leerdoel is om een manier te vinden om voor zichzelf op te komen zonder daarbij anderen verbaal aan te vallen. 'Ik wil leren nee te zeggen op een goede manier.'

Het ultieme doel daarbij is het vinden van leuker werk. 'Ik ben wel bezig met solliciteren, maar er is niet veel', erkent ze. Of de training haar daarbij gaat helpen, durft ze nog niet te zeggen.

Medecursist Amon moest echt overtuigd worden van het nut van de cursus, erkent hij. 'In het begin had ik er gemengde gevoelens over, maar ik zie nu in dat ik er wel wat aan heb.' Amon geeft toe de cursus goed te kunnen gebruiken, aangezien hij de neiging heeft over zich heen te laten lopen. 'Ik heb nu wel een beetje beter geleerd om voor mezelf op te komen.'

Bijspijkeren
De afdeling Opleidingen van Op/maat heeft een breed scala aan mogelijkheden voor de mensen die moeilijk hun weg vinden op de arbeidsmarkt. Sommigen zijn nog lang niet klaar voor een baan buiten de deur, anderen zijn slechts één diploma verwijderd van een externe baan. Van Doorn: 'Het kan zo zijn dat iemand al voor een groot deel klaar is om geplaatst te worden. Zo iemand werkt beneden in ons productiebedrijf, maar hoeft bijvoorbeeld alleen nog maar een cursus Vorkheftruck te doen, en dan kan hij meteen naar buiten. Maar dat zijn uitzonderingen. We hebben meer mensen die hier al langer werken en mensen die hier ook langer blijven. Mensen voor wie die eerste periode van zes maanden niet lang genoeg is, en die hier een of twee jaar of nog langer blijven. Maar ook zij krijgen opleidingen aangeboden. Cursussen waarvan de werkleider zegt dat die de mogelijkheden om uit te stromen vergroten of waarmee zij hun werk in ons eigen productiebedrijf beter kunnen doen. Je moet investeren in de ontwikkeling van mensen.'

De cursussen zijn vakgericht en worden gegeven door MBO College in Hoorn en Alkmaar. Het theoretische gedeelte wordt aangevuld door de vakkennis van de leermeesters in de productiebedrijven van Op/maat. Met hun praktijkervaring spijkeren ze de mensen op de werkvloer bij. Waar mogelijk worden de opleidingen afgestemd op de arbeidsmarkt, zegt Van Doorn. 'We hebben dat met Logistiek gedaan. Extern Plaatsen kon daar veel mensen onderbrengen. Er was een mbo1-opleiding voor, en dat hebben we weten te combineren. Je maakt mensen enthousiast voor een opleiding en je kunt meteen met de werkgever afspreken wat ze precies moeten leren, zodat je dat in de lessen kunt opnemen. Na de opleiding zijn de mensen meteen klaar om geplaatst te worden. Dus er was een vraag uit de markt, daar hebben we een opleiding voor opgezet, en een groot gedeelte is doorgestroomd naar een werkplek.'

Doorstromen
Niet iedereen heeft de capaciteiten om door te stromen naar een externe baan, maar dat is dat in principe wel het doel waarnaar Op/maat streeft. Al moesten sommige mensen daar wel even aan wennen. Van Doorn: 'Langzamerhand wordt het steeds duidelijker dat dat de toe
 komst is van de sociale werkvoorziening en ook de wens van het ministerie, om er naartoe te werken dat mensen extern gaan werken. Die vertaalslag bereikt zo langzamerhand de werkvloer. Aanvankelijk hadden de werkleiders er moeite mee, net als de divisiemanagers. Ze hadden het gevoel: '"We raken mensen kwijt, en ook mensen die een spilfunctie bij ons vervullen in de productie. En als wij die mensen niet meer hebben, hoe gaat het dan met de anderen?" Dat vindt langzamerhand zijn plek, en nu zijn de werkleider en de divisiemanagers ook bezig om die mensen enthousiast te maken.'

Mbo2 is wat in beleidstermen een startkwalificatie wordt genoemd. Met name bij de sector Groen wordt telkens gekeken naar het hoogst haalbare niveau voor de cursist. Wie mbo1 met relatief gemak haalde, stroomt door naar niveau twee en verder. 'Dan haal je het optimale uit je werknemers. En Groen maakt daar ook gebruik van. Daar zeggen ze: "Als mensen extern gaan, dan kan ik mijn prijs ook hoger stellen. Als ik iemand stuur op mbo1-niveau, dan is dat iemand die alleen maar kan schoffelen. Maar iemand op mbo3-niveau is in staat om een groepje aan te sturen. Die kan dus meer, en dus kan ik mijn prijs verhogen.".'
Lees hier het artikel

1 opmerking:

  1. Vind het goed dat er instelling bestaan zoals Op/Maat. Met deze organisatie kunnen mensen die een slecht zelfbeeld hebben leren hoe ze assertiever kunnen zijn. Voor sommige mensen zijn zulke organisaties nodig. Op deze manier kan iedere zichzelf ontwikkelen. Omdat ze bij het bedrijf waar ze werken niet goed begeleid worden kunnen ze wel bij Op/Maat aankloppen.
    Ze worden begeleid met het vinden van een baan. Vaak hebben deze mensen geen opleiding gehad en komen hierdoor moeilijk aan het werk. Toch horen deze mensen ook een kans te krijgen en het streven van Op/Maat is dan ook iedereen proberen door te laten stromen naar een extrene baan. Je kunt deze organisatie vergelijken met de Diamantgroep hierin regio Tilburg.

    Het is ook belangrijk dat de mensen met een beperking of die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt ook een kans krijgen. Want als deze mensen geen hulp krijgen wordt het alleen maar moeilijker om deze mensen ooit op de arbeidsmarkt te krijgen

    BeantwoordenVerwijderen